1.6 Toonladders:
Een toonladder
vormt de basis van elke melodie.
Uitgaande
van een zich (na een octaaf) steeds herhalende toonladder delen we het oktaaf weer in een aantal stukken. Vanwege de voorkeur
van ons oor voor consonante verhoudingen is een reeks van acht noten ontstaan die er als volgt uitziet: Priem, Secunde, Terts,
Kwart, Kwint, Sext, Septiem, Oktaaf, ofwel de namen voor 1e t/m 8e in het Latijn. Een dergelijke reeks tonen wordt een diatonische
toonladder genoemd vanwege het ontbreken van een aantal (halve) tonen. Iedere toon van die toonladder heeft zodoende een vaste
relatie met de eerste toon van die toonladder, vaak aangegeven met de hiervoor genoemde naam in het Latijn.
Als voorbeeld
nemen we de toonladder van C: C-D-E-F-G-A-B-C. Op de piano komt dit neer op 8 naast elkaar liggende witte toetsen vanaf
C. Het notenbeeld ziet er uit als in de figuur hierna.
|
C - Toonladder |
Tot zover
tamelijk rechttoe-rechtaan, maar hoe gaat het nu als je niet op de C begint maar op een A? A-B-C-D-E-F-G-A heeft als toonladder
een heel ander karakter dan C-D-E-F-G-A-B-C. Het verschil zit hem in de afstanden, hoewel je dat op een notenbalk eigenlijk
niet eens ziet:
|
A-mineur Toonladder |
Steeds
zit tussen de B en C resp. E en F een toonsafstand van een halve toon terwijl tussen alle andere een afstand van een
hele toon aanwezig is. Niet alle sporten van de ladder zijn even groot!. De eerste toonladder wordt een majeur
toonladder genoemd, de tweede een mineur-toonladder. Ook op de andere tonen kan een toonladder worden gebouwd, alleen
klinken de meeste ons vreemd in de oren. Wat nu als we het karakter van de toonladder willen behouden, maar alles een hele
noot hoger willen laten klinken. Wat er moet gebeuren is het gelijk houden van de afstanden zoals bij de beschreven toonladder
van C. Hiervoor moeten de F en C met een halve toon verhoogd worden, en we krijgen nu een toonladder met twee kruisen.
D E F# G A B
C# D
Steeds zal in een majeur
toonladder de afstand tussen de 3e en de 4e traptrede van de ladder, en die tussen de 7e en 8e trap een halve toon zijn terwijl
die tussen de ander traptreden een hele is.
Laten we nu eens de
mineur toonladder van D gaan vergelijken met de majeur toonladder van D:
D E F# G A B C# D : D-groot (majeur)
D E F G A Bb C D : D-klein (mineur)
Het eerste dat opvalt
is het verschil in afstand tussen de grondtoon en de derde trap. Voor de majeur toonladder zijn dat twee hele tonen, terwijl,
dat voor de mineur toonladder een hele plus een halve toon is. Men zegt nu dat de afstand van de eerste tot derde trap een
grote terts is voor de majeur- of grote-terts toonladder, terwijl die bij de mineur-toonladder een kleine-terts is, en dus
ook wel kleine-terts-toonladder wordt genoemd.
Bij iedere toonladder
horen dus een aantal mollen of kruisen; behalve bij de toonladders van C-majeur en A-mineur (Am). De toonladder
van A-mineur en C-majeur worden vanwege gelijke voortekens wel elkaars parallel genoemd, A-mineur is dus de parallelle
mineur toonladder van C-majeur. Parallelle toonladders worden vaak binnen een melodie door elkaar gebruikt.
Na deze uitleg van het begrip toonladder gaan we eens proberen of we deze toonladder ook op
de Pedal Steel Guitar kunnen vinden.
Speel het volgende:
Wat je zojuist hebt gespeeld is een majeur
toonladder in E. (begint en eindigt met de toon E)
Je kunt hier duidelijk de toonsafstanden
zien die hiervoor besproken zijn.
Heel-heel-half-heel-heel-heel-half
Je zult dit herkennen als dezelfde ladder
van zojuist, alleen heb je deze nu op verschillende snaren gespeeld, in plaats van steeds je steelbar te verschuiven over
één snaar
De tonen aan beide
zijden van de haken zijn het vervolg van de ladder. Dit geeft de reeks noten van de toonladder weer in één bar-positie .
Speel de onderstaande
3 varianten van de C Majeur toonladder op je steelguitar en prent de verschillende posities waar je speelt en welk pedalen
je daarbij gebruikt goed in je hoofd
Klik hier om te zien wat je met deze toonladder al zou kunnen spelen
|