1.5 Muzikale afstanden:
Iedere twee tonen
hebben een onderlinge relatie die te maken heeft met de verhouding van hun toonhoogten. In de meeste (westerse) muziek is
de belangrijkste verhouding het octaaf. Het octaaf is een verhouding waarbij de ene noot precies twee maal zo hoog
is als de andere. Op snaarinstrumenten is dit aanschouwelijk te maken door te kijken wat er gebeurt als een snaar met de vingers
in twee gelijke delen wordt gedeeld. De toonafstand tussen de snaar als die in volle lengte klinkt en de snaar als die door
een vinger in tweeën is gedeeld is precies een oktaaf. Evenzo kan zo'n halve snaar weer in tweeën worden gedeeld, waarmee
tussen de halve en de kwart-snaar weer een oktaaf zit. Tussen de hele en de kwart-snaar zit dan een relatie van twee oktaven
ofwel een dubbeloktaaf.
Muzikale
afstanden die in oktaven zijn uit te drukken klinken voor ons gehoor eenvoudig. Sterker nog, het is soms moeilijk om te horen
of twee tonen nu even hoog zijn (ook wel unisono genoemd) of dat ze een oktaafse relatie hebben.
De mate
waarin het oor een muzikale afstand als aangenaam ervaart wordt vaak aangeduid met de term consonant (samenklinkend),
terwijl een toonsafstand die "wringt" wordt aangegeven met de term dissonant (niet-samenklinkend). Vals noemen
we intervallen die niet zuiver zijn, d.w.z. geen veelvoud van halve tonen. Onervaren luisteraars zullen dissonant en vals
nogal eens verwarren, een interval b-c ofwel een halve toon noemen ze vals terwijl dit alleen zeer dissonant is. In de muziekuitvoering
komt een dergelijk interval vaak voor, terwijl een vals interval (hopelijk) nooit voor komt (experimentele muziek even daargelaten).
In de loop
der eeuwen is een muzikale toonschaal ontstaan die het oktaaf opdeelt in 12 muzikaal even grote stukken, halve tonen
genoemd. Een afstand van twee halve tonen wordt een hele toon genoemd.
Om historische
redenen waarover straks bij de behandeling van toonladders meer, hebben ook een aantal andere toonafstanden een eigen benaming
gekregen. De naamgeving is terug te vinden op de piano: begin op de centrale C en ga steeds één witte toets naar rechts. De
tweede toets heet dan de secunde, de derde heet terts etc. De termen verminderd en klein duiden op een halve
toon verlaging terwijl overmatig een halve toon verhoging aangeeft.
Een reeks
tonen die steeds een halve noot uiteen liggen wordt een chromatische reeks genoemd (wit en zwart op piano), in tegenstelling
tot een diatonische reeks zoals de witte toetsen op de piano.