1.4 De kwinten- en kwartencirkel
Je zal het maar niet weten hoe
het een en ander in elkaar zit, dan loop je zomaar wat handige kennis mis. Hoe werken die cirkels en waarom wordt er zo moeilijk
over gedaan
De cirkel is een middel om het
theoretische handigheidje aan te tonen. Ik wil het uitleggen aan de hand van de C-man en de G-man.
Toen de G-man naar de C-man kwam
werd zijn do-re-mi probleem opgelost door de formule: “heel-heel-half-heel-heel-heel-half” los te laten op de
starttoon G. Dat ging goed tot de F: daar zit een half, waar de ‘gouden regel’ een hele wil. Die F werd dus verhoogd
tot een ‘vage toon’ tussen F en G, hetgeen resulteerde in de F#/Ges.
Omdat er veel mensen met verschillende
‘starttonen’ naar de C-man kwamen heeft hij voor elk van hen een eigen do-re-mi gemaakt. Uiteindelijk zag dat
er, (op basis van de gouden regel) als volgt uit:
C-D-E-F-G-A-B-C
G-A-B-C-D-E-F#-G (een
kunstgreep bleek noodzakelijk)
D-E-F#-G-A-B–C#-D
(twee kunstgrepen noodzakelijk, maar t.o.v. de vorige maar een)
A-B-C#-D-E-F#-G#-A (drie
kunstgrepen noodzakelijk, maar t.o.v. de vorige maar een)
E-F#-G#-A-B-C#-D#-E (vier
kunstgrepen noodzakelijk, maar t.o.v. de vorige maar een)
B-C#-D#-E-F#-G#-A#-B
(vijf kunstgrepen noodzakelijk, maar t.o.v. de vorige maar een)
F#-G#-A#-B-C#-D#-E#(F)-F#
·
Bij die laatste (F#)
zie je dat er een probleem ontstaat bij de 7e toon. Beredenerend vanuit de F# wil je de verhoogde E een E# noemen
waar je op de piano (of steelguitar) gewoon denkt aan een F.
Waarom heet dit de kwintencirkel
?? Welnu, omdat de G ten opzichte van de C de 5e toon is.
Voor D geldt dit t.o.v. de G
Voor A geldt dit t.o.v. de D
Voor E geldt dit t.o.v. de A
Etc
Vanaf F# bestaat de kwintencirkel
niet meer. Je kunt het wel doen, maar dan gaat het als volgt:
G#, A#, B#, C#, D# E#, F##,G#
A#, B#, C##, D##, E#…….etc.
Hou maar op. Veel te veel kruisen,
dat werkt alleen maar verwarrend en is niet handig. We doen het anders en gebruiken de kwartencirkel…….
We gaan weer uit van ons do-re-mi
C-D-E-F-G-A-B-C
F-G-A-Bes (Hier hoort immers een half; niet omhoog vanuit de A, maar omlaag vanuit de B; De A was immers al benoemd) C-D-E-F
(een mol)
Bes-C-D-Es-F-G-A-Bes (twee mollen)
Es-F-G-As-Bes-C-D-Es (drie mollen)
As-Bes-C-Des-Es-F-G-As
(vier mollen)
Des-Es-F-Ges-As-Bes-C-Des
(vijf mollen)
Ges-As-Bes-Ces(B)-Des-Es-F-Ges
(zes mollen)
·
Bij die laatste (Ges) zie je dat er een probleem ontstaat
bij de 4e toon. Beredenerend vanuit de Ges wil je de verlaagde C een Ces noemen waar je op de piano (of steelguitar)
gewoon denkt aan een B.
Per Ges bestaat de kwartencirkel niet meer. Je kunt dit wel doen natuurlijk,
maar kan krijg je een overvloed aan mollen en wordt het geheel alleen maar verwarrend
Waarom heet dit de kwartencirkel ?? Welnu, omdat de F ten opzichte
van de C de 4e toon is.
Voor Bes geldt dit t.o.v. de F
Voor Es geldt dit t.o.v. de Bes
Voor As geldt dit t.o.v. de Es
Etc.
De twee cirkels zijn dekkend. Als je beide cirkels bestudeerd, zie
je dat ze alle tonen dekken. De kwintencirkel pakt 6 ‘alfabettonen’ . De kwartencirkel pakt er ook 6 (de tussentonen):
alle 12 tonen dus. De ladder van Ges wordt ingedeeld bij de kwartencirkel. De C is uitgangspunt bij beide cirkels. De cirkels
sluiten bij Ges resp. F#, welke dezelfde klank geven. Dit geldt overigens ook voor de andere tonen in de kwartencirkel. De
As geeft dezelfde klank als de G# etc.
De kwinten- en kwartencirkel maken dan ook het volgende duidelijk:
1. Het do-re-mi c.q. Ionische ladder vanuit alle 12
starttonen
2. het aantal kruisen (#) en mollen (b) dat daarvoor
nodig is.
Met de kwintencirkel kunnen
een groot aantal muziektheoretische zaken in een handzaam kader geplaatst worden. Leuk, maar wat is dat nou…..
Als je begint bij een C en steeds een
kwint (=7 halve tonen) hoger gaat krijg je de volgende reeks: C-G-D-A-E-B-F#/Ges-C#/Des-G#/As-Eb/D#-Bb/A#-F-C
Omdat de F# en Gb
op piano hetzelfde zijn kan deze reeks ook in de vorm van een cirkel worden getekend: de kwintencirkel.
Als de C bovenin staat, dan staat is
iedere stap in klokrichting voor één kruis voor de toonladder erbij of een mol eraf, terwijl ieder stap tegen de klokrichting
in staat voor een kruis eraf of een mol erbij. De toonladder van Eb-groot heeft dus 3 mollen, die van B-groot 5
kruisen (etc.)